Geld
Geld uit het niets
Geldcreatie door banken
Publieke geldcreatie
Overgangssituatie
Voorstel Stichting Ons Geld
Links
"Zomaar uit het niets". Zo beschrijft De Nederlandse Bank, waar de banken hun geld vandaan halen bij het aangaan van een nieuwe lening met een klant, zie filmpje. Dit moet terugbetaald worden "met rente natuurlijk". "Geld, daar moet je op kunnen vertrouwen" zeggen ze erbij.
"Haast de misdaad van de eeuw" noemt de Stichting Ons Geld dit in haar filmpje. Dat lijkt wat overdreven, maar grootschalige valsmunterij is het zeker. De bank betaalt met geld, wat niet bestaat, vraagt daar doodleuk ook nog rente over en gaat verplichtingen aan, die de bank b.v. bij een bankrun bij lange na niet kan nakomen.
Deze werkwijze is historisch zo gegroeid, gaat gepaard met onnodige risico's en is dringend aan vervanging toe.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft daarom deze werkwijze in 2019 uitvoerig beschreven middels de publicatie "Geld en schuld: De publieke rol van banken".
De belangrijkste punten op een rijtje:
- Bij het verstrekken van een lening maken banken geld aan uit het niets.
- Over dit geld uit het niets vragen de banken "natuurlijk" wel rente.
- De banken gaan bij deze leningen verplichtingen aan, die ze in geval van een crisis bij lange na niet na kunnen komen.
- Klanten met bankrekeningen en spaarrekeningen, die niets met de leningen van doen hebben, kunnen hun geld hierdoor kwijt raken.
- Banken weten, dat overheden dit niet kunnen laten gebeuren en dat ze gered zullen worden. Niets weerhoudt de banken om grote (onacceptabele) risico's te nemen ten behoeve van winstmaximalisatie op de korte termijn.
- Winsten dankzij deze hoge risico's zijn voor de bank, de verliezen bij de resulterende crisis zijn voor de belastingbetaler.
- Het is volgens de WRR niet de vraag, of er een volgende crisis komt zoals in 2008, maar wanneer die komt.
De oplossing voor dit probleem ligt voor de hand: publieke geldcratie en kredietverstrekking door een publieke bank.
Betaalrekeningen en spaarrekeningen bij deze publieke bank zijn gegarandeerd: geld kan niet zomaar verdwijnen bij een crisis. Kredietverlening door commerciele banken op basis van geld uit het niets is niet langer toegestaan. Om dit gemis op te vangen, kunnen banken hiervoor leningen aangaan bij de publieke bank.
Wat zijn de verschillen met de huidige situatie:
- Houders van spaarrekeningen en betaalrekeningen raken bij een crisis hun geld niet meer kwijt
- Banken mogen omvallen. Alleen verstrekkers van risicodragend kapitaal worden hierdoor gedupeerd
- Bij een failissement van een bank zal ook de publieke bank een gedeelte van het geleende geld niet terugkrijgen. Dit is op zich geen probleem, want de lening is uit het niets ontstaan.
- De publieke bank verstrekt alleen leningen aan banken die financieel solide zijn.
- Ook in deze situatie geldt dat bij het aflossen van zo'n lening door de bank het geld uiteindelijk weer verdwijnt
- Banken beoordelen nog steeds zelf de kredietwaardighied van hun klanten.
- Creatief boekhouden, waarbij banken langlopende leningen verstrekken, gebaseerd op direct opvraagbare leningen of kortetermijn leningen van klanten, is niet langer toegestaan. De leningen (van de publieke bank) moeten qua looptijd overeenkomen met de verstrekte leningen. Dit betekent, dat banken geen liquiditeitsproblemen meer zouden moeten kunnen krijgen.
- Een groot verschil voor de banken is, dat ze nu niet langer gebruik kunnen maken van geld op de betaalrekeningen met 0% rente, maar dat ze nu zelf rente zouden moeten betalen, minimaal het inflatiepercentage.
- De publieke bank zou ook leningen kunnen verstrekken aan de overheid of gratis geld kunnen verstrekken aan de overheid ter voorkoming van een recessie. Binnen de EU is dit laatste momenteel verboden.
Dit alles minimaliseert de risico's op het betalingsverkeer en op het verdwijnen van het spaargeld van de gewone spaarder bij een crisis. Ook voor banken zelf minimaliseert het de liquiditeitsrisico's.
Het lijkt ondoenlijk, om alle betaalrekeningen en spaarrekeningen in 1 klap over te boeken naar de publieke bank. Dit betekent, dat het onvermijdelijk is, dat gedurende lange tijd de publieke bank met gegarandeerd geld en de commerciele banken met onzekere betaalrekeningen en spaarrekeningen naast elkaar zullen bestaan.
Ook worden er dan nog steeds leningen verstrekt met geld uit het niets.
In Nederland is momenteel de Volksbank (SNS, ASN, Regiobank) in handen van de overheid. Een optie zou kunne zijn, om in eerste instantie hier een publieke bank aan toe te voegen, waar alleen gegarandeerde betaalrekeningen en spaarrekeningen zijn ondergebracht.
De geldcreatie en leningverstrekking aan banken en overheid zou in eerste instantie bij de DNB kunnen worden ondergebracht.
In deze overgangssituatie is er een aanmerkelijk risico, dat er bij een crisis een bankrun ontstaat naar de veilige publieke bank, waardoor de commerciele banken om zullen vallen. Dit betekent, dat het overboeken van geld naar de publieke bank beperkt moet kunnen worden en dat de publieke bank niet al te aantrekkelijk gemaakt moet worden.
In principe zou de publieke bank de reeele kosten van van betaaltransactie's moeten doorbelasten naar de rekeninghouders (bedrijf en particulier). Ook zou een minimaal rentepercentage gelijk aan het inflatiepercnetge moeten worden vergoed.
In Een veilige rekening voor iedereen doet Stichting Ons Geld een voorstel voor een op te richten publiek bank.
De voorkeur gaat uit naar invoering van een generieke veilige rekening, die door elke Nederlander kan worden geopend. Deze rekening wordt aangehouden bij een publieke bewaarsinstelling. Dit is een zelfstandig onderdeel van het Ministerie van Financiën dat geld in bewaring neemt en ter beschikking houdt van de rekeninghouder. Deze instelling onderneemt niets met het haar toevertrouwde geld. Ze houdt het aan op haar rekening bij De Nederlandse Bank. Inflatie is ongewenst en zou moeten worden tegengegaan. Als er in de overgangssituatie toch inflatie optreddt, mogen rekeninghouders van de veilige rekening hiervoor worden gecompenseerd.
Hoewel het voorstel een duidelijke verbetering is vergeleken met de huidige situatie, moeten er een aantal kritische kanttekeningen worden geplaatst.
Zo worden aan de veilige rekening allerlei voordelen toegeschreven, die er helemaal niet zijn, zoals:
- "De veilige rekening maakt het makkelijker om van bank te wisselen, wat concurrentie ten goede komt." Geen enkele argumentatie. Het wisselen van banken blijft op zijn gunstigst even moeilijk, want bankrekeningnummers kunnen niet worden meegenomen, omdat hier de naam van de bank in staat. Het tegendeel is eerder waar. Als je de veilige rekening gaat gebruiken en meer rekeningen hebt dan 1 betaal/spaarrekening, ben je gedwongen om van meerdere banken gebruik te maken, wat extra handelingen nodig maakt en het overzicht bemoeilijkt. Alleen met een nog niet bestaande, op PSD2 gebaseerde betaalservice kan dit nadeel worden gecompenseerd, maar ook zo'n betaalservice verhoogt op zichzelf weer de complexiteit.
- "De veilige rekening biedt een alternatief voor depositogaranties, die dan geleidelijk kunnen worden afgeschaft". De veilige rekening kan alleen concurreren met een gewone betaal/spaarrekening, als de conditie's gunstig zijn. Veiligheid alleen is niet voldoende, die wordt ook gegarandeerd door de depositogaranties. Er zzal en financiële prikkel moeten zijn. Dit betekent, dat er rente moet worden uitgekeerd, bij voorkeur minimaaal gelijk aan de inflatie.
- "Ook voor banken kan de veilige rekening een kostenbesparing zijn".Elders wordt beweerd over de huidige situatie: "Vanuit hun bevoorrechte positie kunnen banken zich makkelijker en goedkoper financieren dan andere marktpartijen". Tegenspraak: de laatste bewering lijkt correct.
- "De veilige rekening kan stabiliserend werken binnen de eurozone, en remedie zijn tegen kapitaalvlucht uit zwakkere lidstaten". Dit geldt natuurlijk niet, als alleen in Nederland zo'n rekening bestaat; dan werkt het juist destabiliserend. Ook moeten er geen progressieve belasting zijn op zo'n rekening, (wat elders in dit stuk wordt voorgesteld) omdat dit de veilige rekening onaantrekkelijk maakt.
- "Door kwantitatieve verruiming is er een overschot aan liquiditeit in het financiële stelsel gekomen. De veilige rekening helpt dat overschot op te ruimen, en negatieve rentes overbodig te maken". Onduidelijk is, hoe de veilige rekening dit zou moeten bewerkstelligen.
Vanwege een aantal mankementen in dit voorstel, lijkt een succesvolle invoering onwaarschijnlijk:
- Er is voor een klant geen enkele reden. om gebruik te maken van de veilige rekening. Het kost extra rompslomp vanwege de extra bank, de veiligheid neemt niet of nauwelijks toe, financieel is er geen verschil. Een geleidelijke, vrijwillige invoering zal om die reden doodbloeden.
- Het scenario voor schuldvermindering ziet er ongeloofwaardig uit. Het is in ieder geval in tegenspraak met de bewering, dat de veilige rekening helpt een overschot aan liquiditeit in het financiële stelsel op te ruimen, want om de schuld op te ruimen moet juist geld in het financiële stelsel gepompt worden.
- De paragraaf over ordening is volstrekt onbegrijpelijk. Wat moeten we met de opmerking: "Een tegoed van 100 euro bij ABN AMRO heeft dan geen vaste koers van 100 euro, en ook niet dezelfde koers als een even groot geldtegoed bij ING".
- Het voorstel leunt heel erg op de zegeningen van de vrije markt met begrippen als marktwerking en liberalisatie, terwijl de vrije markt in feite garant staat voor ongebreidelde groei, bubble en economische crisis.
Animatie-filmpje Ons Geld: Geld uit het niets tegen rente bij lening van de bank
Animatie-filmpje DNB: Geld zomaar uit het niets bij lening van de bank
Film 2de Kamer: Initiatief OnsGeld
WRR: Geld en schuld: De publieke rol van banken
Ons Geld: Een veilige rekening voor iedereen
Ons Geld: Naar een nieuw geldsysteem (in archief)
Ons Geld: gelddebat: WRR-rapport Geld en Schuld
RABO Geldschepping
Over pensioenen in Europa en Nederland
Wet van de dalende winstvoet
Piketty Het kapitaal de 21ste eeuw
Commentaar bij het kapitaal de 21ste eeuw: rijkdom aan gegevens armoe aan theorie
Voorbeeld Michel Fleur (FTM): extra schuld nodig om lening af te lossen, maar niet vanwege rente
Verhaaltje Henk Zoer (FTM): geld is geen schuld