Index
Datum verzending
Dossiernummer : TEL07-0811
BINDEND ADVIES
van de Geschillencommissie Telecommunicatie
in het geschil tussen:
, wonende te (verder te noemen: de consument)
en
 
gevestigd te (verder te noemen: de ondernemer).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie 
Telecommunicatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 24 oktober 2007 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De ondernemer heeft ter zitting zijn standpunt toegelicht.
De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting haar standpunt toe te lichten.
De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de totstandkoming van een abonnement voor vaste telefonie.
De consument heeft een bedrag niet aan de ondernemer betaald. Een bedrag van euro 23,75 
heeft de consument bij de commissie gedeponeerd.
 
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is omstreeks februari 2007 telefonisch benaderd door de ondernemer. Bij 
de consument is de indruk gewekt dat het bellende bedrijf     was, hetgeen later niet het 
geval bleek te zijn. Om die reden kan er volgens de consument geen sprake zijn van een 
overeenkomst. Bovendien stelt de consument de overeenkomst te hebben opgezegd, bij 
brieven van 20 maart 2007 en 9 april 2007. De consument beroept zich er daarbij op dat 
zij drie maanden zou hebben om op te zeggen. De consument betwist correspondentie van 
de ondernemer te hebben ontvangen.
 
Voorts klaagt de consument er over dat de ondernemer, alhoewel de machtiging is 
stopgezet, bedragen van haar rekening heeft afgeschreven.
De consument verlangt ontbinding van het contract met de ondernemer.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft - samengevat weergegeven - aangevoerd dat er sprake is van een 
valide wilsovereenstemming, zodat er tussen partijen een rechtsgeldige overeenkomst tot 
stand is gekomen. De consument heeft de overeenkomst ook niet binnen de in de 
welkomstbrief gestelde termijn van zeven werkdagen vanaf dagtekening van deze brief 
ontbonden. De consument dient de overeenkomst derhalve na te leven.
De ondernemer heeft onverplicht de consument het aanbod gedaan dat de ondernemer 
haar volledige medewerking zal verlenen aan de overgang naar een nieuwe telecom 
aanbieder en de verschuldigde vergoedingen voor de resterende looptijd vanaf het 
moment van daadwerkelijke overgang niet in rekening zal brengen, met dien verstande 
dat de consument zelf binnen de gestelde termijn en voor eigen rekening een nieuwe 
telecom aanbieder dient te regelen, alsmede alle openstaande rekeningen voor verleende 
diensten (abonnement en/of verkeer) dienen te zijn voldaan. De consument heeft dit 
aanbod in strijd met de redelijkheid en de billijkheid niet geaccepteerd. Voor zover al de 
commissie van oordeel zou zijn dat de overeenkomst niet geldig zou zijn, dient op grond 
van het voorgaande tot het moment van daadwerkelijke beeindiging abonnementsgeld te 
worden betaald. De consument heeft voordeel gehad ten opzichte van de telefoonkosten 
die zij bij de vorige ondernemer zouden hebben gemaakt en de ondernemer heeft, nadat 
de in de welkomstbrief gestelde termijn was verstreken, kosten gemaakt. 
Beoordeling van het geschil.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:46d en 46i van het Buregerlijk Wetboek heeft de consument gedurende zeven werkdagen vanaf het sluiten van de overeenkomst het recht een overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten, zoals het onderhavige, zonder opgave van redenen te ontbinden.
 
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:46c, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek moeten 
tijdig voordat de overeenkomst op afstand tot het verrichten van diensten wordt gesloten 
aan de consument gegevens worden verstrekt omtrent het al dan niet van toepassing zijn 
van de mogelijkheid van ontbinding overeenkomstig artikel 46d, eerste lid (dat is dus 
inclusief de toepasselijke termijn van 7 werkdagen). Indien niet aan deze voorwaarden is 
voldaan, bedraagt de termijn waarbinnen zonder opgave van redenen kan worden 
ontbonden ingevolge artikel 7:46d van het Burgerlijk Wetboek geen 7 werkdagen maar 
drie maanden.
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:46j van het Burgerlijk Wetboek kan van 
deze bepalingen niet ten nadele van de wederpartij worden afgeweken.
Het voicelog van het gesprek van 2 maart 2007 is door de ondernemer overgelegd. Uit dit 
voicelog, dat voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld, blijkt onverkort dat tussen 
partijen een overeenkomst is afgesloten. De naam van de ondernemer is tijdens dit deel 
van het gesprek meermalen genoemd. De commissie gaat er van uit dat de naam van de 
ondernemer ook tijdens het deel van het gesprek dat niet is opgenomen, genoegzaam 
bekend is gemaakt overeenkomstig het door de ondernemer overgelegde standaardscript. 
Het standpunt van de consument dat deze heeft begrepen met een ander zaken te hebben 
gedaan dan de ondernemer wordt derhalve gepasseerd.
Anders dan in sommige andere 
zaken die momenteel aanhangig zijn, is in deze zaak door de ondernemer de wettelijke 
termijn van zeven dagen in acht genomen. Deze termijn is blijkens het door de 
ondernemer gebruikte en in deze procedure overgelegde standaardscript mondeling aan 
de consument medegedeeld en ook schriftelijk bevestigd. De stelling van de consument 
dat zij deze schriftelijke bevestiging niet heeft ontvangen, wordt door de commissie 
gepasseerd, gelet op de andere door de consument van de ondernemer ontvangen 
correspondentie.
Gelet op het vorenstaande geldt de kortere termijn van zeven dagen en 
niet de lange termijn van drie maanden, waar de consument zich op beroept. Vast staat 
dat de consument pas na ommekomst van genoemde termijn van zeven dagen, en dus te 
laat, gebruik heeft gemaakt van haar wettelijke bevoegdheden om de overeenkomst te 
beeindigen.
Nu de overeenkomst geldig tot stand is gekomen en de consument te laat van 
haar wettelijke bevoegdheden gebruik heeft gemaakt, is de commissie van oordeel dat het 
abonnement geldig is en nageleefd moet worden. De klacht wordt derhalve verworpen.
De ondernemer is bevoegd om, ook mondeling, een afspraak te maken terzake 
automatische incasso op de wijze zoals is geschied. Uit het voicelog blijkt ook dat deze 
afspraak helder en ondubbelzinnig tot stand is gekomen. Het staat de ondernemer echter 
niet vrij om, nadat de automatische incasso door de consument ongedaan is gemaakt, 
deze nog te gebruiken. Nu echter de consument slechts heeft gevraagd om ontbinding van 
de overeenkomst, doet zulks aan het oordeel van de commissie niet af.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het 
door de consument betaalde depotbedrag van euro 23,75 wordt overgemaakt op de rekening 
van de ondernemer.